De Belgen in Afrika

 

Tussen 1880 en1910 kwamen in de voormalige “Belgische” Congo ongeveer 10 miljoen mensen om het leven als gevolg van de onderdrukking en uitbuiting door het Belgisch kolonialisme. Het verhaal van deze periode is zo schokkend vanwege de omvang en de manier waarop miljoenen Afrikaanse levens zijn verwoest door de Belgische koning Leopold II.

De voorbereiding

De Belgische staat is laat ontstaan. Aanvankelijk was het gebied deel van Nederland, maar in een opstand van het zuidelijk deel tegen het Noorden in 1830 ontstaat de Belgische staat.

Leopold II nam in 1865 de troon over van zijn overleden vader. In 1863 was slavernij afgeschaft in de Nederlandse koloniën en in 1865 in de Verenigde Staten van Amerika. Afrika was niet belangrijk meer als bron van mensen die tot slaaf werden gemaakt. Europeanen ontdekten dat het continent andere schatten had: grondstoffen (goud, hout) en land met mensen die daar tot slavenarbeid konden worden gedwongen.

In 1885 organiseerden Europese machten een conferentie in Berlijn met als thema: de bestrijding van de Arabische slavernij in Afrika. Afrikanen waren niet uitgenodigd. Europeanen besloten vervolgens om het continent op te delen in gebieden die gekoloniseerd werden door de deelnemende staten. Alleen één gebied – Congo – werd toegekend aan een particulier, de Belgische koning Leopold II. Het gebied was 76 keer groter dan België (en groter dan Engeland, Frankrijk, Duitsland, Spanje en Italië tezamen) en was ééndertiende van de totale oppervlakte van Afrika. De kolonisatie werd gerechtvaardigd met het argument dat de Arabische slavernij zou worden bestreden en de Europeanen het beschavingsniveau van Afrika zouden verhogen. De Afrikanen waren niet naar hun mening gevraagd.

Landroof

In 1885 werd formeel de Kongo Vrijstaat uitgeroepen door Leopold II met de bepaling dat alle “leegstaande” gronden eigendom waren van hem.

Die verdeelde het uitgestrekte land in stukken die werden gegeven aan particuliere ondernemingen. Zij mochten de grondstoffen opgraven. Deze ondernemingen werden opgezet bijna helemaal door Belgen. Afrikaans land was nu geroofd door een koning die 6000 km verder woonde en een systeem ging opzetten die 10 miljoen zwarte levens zou eisen van een bevolking van 20 miljoen.

Het belangrijkste product voor Leopold II was rubber. De toepassing van rubber op de transportindustrie (auto’s, (brom)fietsen, isolatiemateriaal in telegrafie, telefonie en elektronische industrie) leidde tot een enorme vraag naar rubber. Half Congo bestond uit rubberbomen.

 

De Congolese Holocaust

Het woord Holocaust word meestal gebruikt bij de geschiedenis van de Tweede wereldoorlog. Het gaat dan over de moord op talloze Joden. Het woord past hier echter ook.  Het aantal slachtoffers in Kongo was ongelooflijk.

De eerste grote groep slachtoffers van de Congolese Holocaust waren sjouwers, mensen die van alles en nog wat moesten dragen in de jungle. Zij stierven aan uitputting.

Een tweede groep slachtoffers waren de arbeiders. Ze werkten zich dood. Er was een quota-systeem ingesteld per dorp en per man. Charles Lemaire, een districtscommissaris schreef: “Om rubber te kunnen verzamelen moesten handen, neuzen en oren afhakken.”Het afhakken was bedoeld om andere arbeiders te intimideren. Een officier van de Force Publique formuleerde het zo: “Ik vermoord honderd mensen en laat vijf honderd leven.”

Een derde groep slachtoffers bestond uit vrouwen en kinderen. De belangrijkste aanslag op e vrouwen was de gijzeling. Soldaten gingen de dorpen in, gijzelden de vrouwen en dwongen de mannen om hun productiequota’s voor rubber te behalen. Als ze dat niet deden werd hun vrouw of kind gedood.

De omvang

Het verlies aan mensenlevens tijdens de Congolese Holocaust kan toegeschreven worden aan een combinatie van dingen: moord, hongersnood en uitputting, ziekten en dalende geboorten.

De omvang van de Congolese Holocaust is geschat aan de hand van deze factoren. Het aantal is tien miljoen, meer dan de Joodse Holocaust

Maak jouw eigen website met JouwWeb